PRISE: overzicht creëren, ontwikkelingen verhelderen bij implementatieprocessen
PRISE (Primary Sustainable Education) helpt overzicht creëren, ontwikkelingen verhelderen bij implementatieprocessen. In die zin is het een ‘stand-van-zaken-meetinstrument’. PRISE, inclusief het wetenschappelijke fundament, vindt haar oorsprong in het AISHE-instrument, auditing instrument for sustainable higher education (DHO 2001). Duurzame PABO achtte dit AISHE-instrument zeer zinvol, echter ook zeer uitgebreid; en ‘vertaalde’ daarom AISHE. Dat leidde uiteindelijk tot PRISE, Primary Sustainable Education.
Twee versies: 1.5 en 2.0
In dit document vind je twee versies: PRISE1.5 en PRISE2.0. Versie 1.5 richt zich vooral op onderwijsorganisaties. Versie 2.0 is geschikt voor willekeurig welke organisatie en voor vrijwel alle implementatieprocessen.
Wat doet PRISE?
PRISE analyseert de manier waarop de organisatie omgaat met duurzaamheid, in de breedte (wie en wat doen er mee?) en in de diepte (in hoeverre doen ze dat?). Volgens de Verenigde Naties gaat duurzaamheid over sociale, ecologische en economische aspecten -in samenhang-, richting een betere toekomst. Dat is een vage omschrijving; die is bewust vaag, omdat de concrete inhoud van duurzaamheid afhankelijk is van plaats en tijd. Die is situationeel bepaald; dat geldt ook voor jouw organisatie! In centraal Afrika zei iemand: duurzaamheid gaat over welvaart voor allen voor altijd. In Finland zei iemand: duurzaamheid gaat over welzijn voor allen voor iedereen…. Duurzaamheid gaat altijd over: hoe kunnen we de toekomst beter maken dan het verleden, voor iedereen, overal?
Hoe werkt PRISE?
PRISE bestaat uit een scorelijst met twintig items (de breedte). Elk item heeft zes ontwikkelingsniveaus (de diepte). Door het invullen krijg je meer zicht op de situatie ten aanzien van duurzaamheid. Vanuit dat ‘zicht’ kun je met elkaar in gesprek, acties ondernemen, stappen zetten, verbetering starten. Je kunt de score bepalen door het doornemen van documenten, verslagen etc. De impact is groter als je met collega’s van verschillende niveaus overlegt over de stand van zaken rond duurzaamheid, gebruik makend van PRISE. En daarbij af en toe vraagt of zij/hij documenten/bewijslast heeft om de stellingname te onderbouwen.
Invulinstructie PRISE
Download het invulschema PRISE (pdf) hierboven. Als je geen antwoord weet, vul je in ‘?’ Als je wel een antwoord weet, noteer je…:
- 0 niets
Er gebeurt niets ten aanzien van duurzaamheid, er valt niets te melden, waar te nemen op dit gebied binnen deze organisatie. - 1 incidentoriëntatie
Soms gebeurt er iets ten aanzien van duurzaamheid, afhankelijk van een medewerker, project of zo. Er is geen gezamenlijk beleid. - 2 procesoriëntatie
Er is een gezamenlijk beleid; dat staat in documenten; er is een logische volgorde van handelingen, activiteiten etc. - 3 systeemoriëntatie
Zie ‘proces’, plus systematische, gezamenlijke /evaluatie/reflectie, minstens één maal per jaar, om de situatie te verbeteren. - 4 ketenoriëntatie
Zie ‘systeem’, plus regelmatig, systematisch overleg met organisaties in de keten) over duurzaamheid. - 5 maatschappelijke oriëntatie
Zie ‘keten’, plus regelmatig overleg met relevante maatschappelijke organisaties (NGO’s, overheid, bedrijfsleven etc.)over duurzaamheid.
Na de meting…
PRISE geeft een beeld van een bepaalde stand van zaken. Daaruit volgt een plan van aanpak voor verandering, innovatie. Duurzame Pabo deed literatuuronderzoek naar succesfactoren die min of meer algemeen geldend zijn bij implementaties: Wat werkt? Wat kun je doen als bestuur? Als schoolleiding? Als medewerker?
- benoem een team onder leiding van een coördinator;
- faciliteer;
- legitimeer en steun zichtbaar;
- betrek zo veel mogelijk stakeholders;
- werk vanuit dat team aan een gestructureerd multiplyer-effect, waarbij de teamleden hun collega’s binnen de diverse afdelingen inspireren;
- ga uit van samenwerking binnen kleinere eenheden met eenzelfde snelheid;
- zorg voor leerprocessen van binnenuit (doen, evalueren, beter doen) en van buitenaf (inspiratie);
- betrek vanaf het begin veel collega’s bij de veranderingen:
- maak participatie in de processen deel van de dominante cultuur;
- evalueer regelmatig vanuit een tevoren gekozen design model (PRISE?);
- deel en bespreek de uitkomsten van die evaluaties;
- gebruik externe regelgeving of ontwikkeling als steun in de rug;
- sluit zo mogelijk aan bij reeds in gang gezette veranderingsprocessen;
- verbind aan gedeelde missie, visie van de organisatie;
- zorg voor incrementele, geen radicale veranderingen (salamistrategie);
- streef naar een gemeenschappelijk proces met een gemeenschappelijk doel;
- communiceer met alles en iedereen;
- werk vanuit een structuur (PRISE?); dat steunt ontwikkelingen, structureert en laat vorderingen zien;
- erken verschillen in mensen, in organisaties etc.
- werk aan cultuurontwikkeling, naast structuurontwikkeling;
- monitor en rapporteer publiekelijk, en zo positief mogelijk;
- geniet van elke stap; vier die en communiceer die!
Geraadpleegde literatuur
- Bory-Adams, A. (e.a.), Learning for the future: Competences in Education for Sustainable Development, Geneva 2011
- Chenoweth, T.G. & Everhart, R.B, Navigating comprehensive school change, Larchmont USA 2002
- Hargreaves, A., Shirley D., The Fourth Way, Corwin Thousand Oaks USA 2009
- Herpen, M. van, Duurzaam opvoeden en ontwikkelen, Antwerpen 2008
- Lozano, R., Incorporation and institutionalization of SD; Journey of Cleaner Production 14 (2006) 787-796
- Meer, P. van, Identiteit, levensbeschouwing en duurzame ontwikkeling, in Jansen, e.a. ‘Naar een duurzame pabo’, Nijkerk 2008
- Our common future UN 1987
- Roorda, N, Sailing on the wings of change, Maastricht 2010
- Roorda, N. (e.a.), Aishe auditing instrument for sustainability in higher education, DHO Amsterdam 2001/2010
- Tilbury, D., Wortman, D., engaging people in sustainability, IUCN, Gland, Switzerland 2004
- Vries, G. de, De Marnix Academie op weg naar Aishe3, in Jansen, e.a. ‘Naar een duurzame pabo’, Nijkerk 2008
- Vries, G. de, Hoe duurzaam is uw basisschool, in Praxis themaboek 2010