Van jongs af sociaal ondernemen
Van jongs af aan komen kinderen in aanraking met wat zich in de wereld voordoet. Ze horen over het klimaat, leren over onze geschiedenis, weten van oorlogen en het verdriet dat andere kinderen kunnen hebben omdat ze bijvoorbeeld anders geaard zijn. Dat is nogal wat voor kinderen in de basisschoolleeftijd. De vraag is hoe we ze hier goed mee leren omgaan, en dat is wat sociaal ondernemen doet. Sociaal onderne-men kan kinderen helpen hun plaats te vinden in de wereld waarin wij leven. Het kan invulling geven aan de doelstelling van burgerschapsonderwijs om kinderen voor te bereiden op het deelnemen aan en vormgeven van de maatschappij. Het lectoraat Onderwijs & Sociaal Ondernemerschap werkt op dit gebied samen met scholen.
p basisscholen wordt nagedacht over hoe burgerschapsonderwijs kan worden ingevuld. Burger-schapsonderwijs gaat over persoonsvorming en sociale omgang, en daarmee over vragen als hoe kinderen te leren deel te nemen aan de maatschappij, welke waarden daarbij een rol spelen of kunnen helpen en hoe ieder een eigen bijdrage kan leveren aan die maatschappij. Dat is niet makkelijk, want in de wereld waarin kinderen opgroeien doen zich allerlei uitdagingen voor; soms in het klein maar vaak ook in het groot. Denk bijvoorbeeld aan de klimaatcrisis, sociaal economische omstandigheden van gezinnen waarin kinderen opgroeien, het omgaan met vriendjes en vriendinnetjes, voor-oordelen en discriminatie. Dat kan leiden tot gevoelens van angst of zelfs depressie. Sociaal ondernemen leert kinderen echter hoe ze zelf kunnen bijdragen aan een verandering ten goede. Het biedt perspectief en zet kin-deren in hun kracht.
Kwaliteiten inzetten
Mensen die sociaal ondernemen zijn gericht op het maken van verschil ten aanzien van de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Zij zetten ondernemerschapskwaliteiten in voor het bijdragen aan een samenleving gebaseerd op rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling. Sociaal ondernemerschap vraagt om het zien van kansen voor verandering en het ontwikkelen van ideeën, om vervolgens initiatieven te ontplooien die sociale impact hebben. Voor sociaal ondernemen is een betrokkenheid bij maatschappelijke vraagstukken en gevoeligheid voor de behoeften van de ander en de wereld nodig.
Leren sociaal te ondernemen
Leren sociaal te ondernemen is gebaseerd op een hoopvol perspectief: je kunt verschil maken! Kinderen leren dat zij initiatief kunnen nemen, iets van waarde kunnen creëren en zo kunnen bijdragen aan verandering. Uit het Engels kennen we de term Social Entrepreneurship Education, vrij te vertalen naar ‘leren sociaal te ondernemen’.
Leren sociaal ondernemen wordt omschreven als ‘Leren om vanuit compassie, empathie en zorgzaamheid kan-sen voor het bijdragen aan duurzame ontwikkeling te onderkennen, om vervolgens ideeën te genereren en initiatieven te ontplooien die een bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling’ (Van der Wal-Maris, 2019).
Het idee en de uitwerking van leren sociaal te ondernemen kent een fundament dat drieledig is. In dit fundament is de eerste dimensie de pedagogische dimensie, het zijn van het subject. De tweede is de maatschappelijke dimensie, beschreven als bijdragen aan duurzame ontwikkeling, en de derde dimensie is de handelingsgerichte dimensie, gericht op ondernemen. Bij subject zijn staat persoonsvorming centraal met een focus op het ontdekken van eigen drijfveren en passies. Het gaat hier ook om vragen als ‘Hoe verhoud je je tot de ander en de wereld?’ en ‘Hoe kom je samen tot perspectief?’ Hierin is het vinden van de balans tussen wat wenselijk is voor jouzelf, voor de ander en voor de wereld belangrijk. Gert Biesta refereert aan deze balans als aan volwassen vrijheid (2018).
Duurzame ontwikkeling
Waar het gaat om het bijdragen aan duurzame ontwikkeling verbinden leerlingen zich aan een thema en een onder-liggende uitdaging. Ze leren denken in het teweegbrengen van een verandering ten goede. Bij (sociaal) ondernemen staat het omzetten van creatieve ideeën naar initiatieven die waarde creëren/ impact hebben centraal. Een voorbeeld hiervan is het willen bijdragen aan de leefbaarheid van de eigen wijk. Na onderzocht te hebben waar kansen lig-gen, ging een groep leerlingen zich richten op het samen spelen; ze organiseerden buurtactiviteiten die samenspel stimuleerden. Als afronding werd er in het bijzijn van een wethouder en buurtbewoners een bord ‘samen spelen is leuker’ geplaatst op een speelpleintje.
SDG
Voor de leraar dienen de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, als een referentiekader bij het denken over mogelijkheden voor het leren sociaal te ondernemen. In het vormgeven van het onderwijs biedt het samenwerken met de omgeving tal van kansen.
Bij het invoeren van leren sociaal te ondernemen is de rol van de schoolleider cruciaal
Leren sociaal te ondernemen kent een aantal componenten (zie illustratie). Vanuit de verbinding ga je je richten op het zien van kansen om een positieve bijdrage te leveren en verschil te maken, om samen met anderen in beweging te komen, ideeën te genereren en initiatieven te ontplooien. Door initiatief te nemen, draag je bij aan ontwikkeling of voeg je iets toe aan een verbetering. De kinderen leren daarnaast steeds terug te kijken op wat ze aan het doen zijn: ‘Ben je tevreden?, ‘Wil je nog iets aanpassen of ga je toch een ander idee uitwerken omdat je denkt dat dat meer kans op succes heeft?’ ‘En wat leert dit ondernemen jou over jezelf, de ander en de wereld?’
Effect op ontwikkeling van kinderen
Bij het leren sociaal te ondernemen onderzoeken leerlingen hun eigen drijfveren en passies en staan ze stil bij de vraag hoe ze zich verhouden tot zichzelf, de ander en de wereld. Ze ontwikkelen compassie, empathie en zorgzaamheid voor zichzelf, de ander en het grotere geheel waar zij deel van uitmaken. Ze krijgen vaardigheden op het gebied van samenwerken, communiceren en persoonlijk leiderschap en er wordt een beroep gedaan op hun creatief en systemisch denken. Ze leren dat ze kritisch mogen zijn en ze leren waarderen.
Sociaal ondernemen heeft een onderzoeksmatige aanpak in zich, die vanuit een nieuwsgierige en onderzoekende houding bijdraagt aan kritische reflectie. School is zo een plek waar kinderen “de wereld kunnen (ver)kennen, er warm voor kunnen lopen en er zorg voor kunnen dragen” (Biesta, 2014).
De rol van de schoolleider
Net als elke verandering in een school is ook bij het invoeren van leren sociaal te ondernemen de rol van de schoolleider cruciaal. Enerzijds heeft de schoolleider kennis nodig van wat het inhoudt, anderzijds heeft hij of zij de belangrijke taak om samen met het team af te wegen of en hoe sociaal ondernemen past bij de visie en de doelen van de school. Leren sociaal te ondernemen vraagt ook om draagvlak. Daarnaast horen de vaardig-heden die kinderen zich erdoor eigen maken, ook in het gedrag van leerkrachten en schoolleider tot uiting te komen.
Het vinden van de balans tussen wat wenselijk is voor jouzelf, voor de ander en voor de wereld is belangrijk
De vraag is dan wellicht welke kennis en vaardigheden het team eerst zelf nodig heeft, voordat tot invoering kan worden besloten. Als een school bekend is met onderzoeksmatig of thematisch werken, zijn leerkrachten en kinderen al iets meer bekend met het nemen van eigen initiatieven. Zij durven mogelijk eerder zelf keuzes te maken dan in een school waar nog meer methodisch wordt gewerkt. De schoolleider stuurt de dialoog in het team op dergelijke zaken, ondersteunt en stimuleert. Deze zorgt ervoor dat er op enig moment samen met het team een weloverwogen besluit wordt genomen: gaan we op deze manier werken, past sociaal ondernemen bij ons onderwijsconcept en in hoe wij burgerschapsonderwijs willen invullen?
De praktijk
Er zijn heel veel aanleidingen om met leerlingen sociaal ondernemend aan de slag te gaan. Een voorbeeld: een groep leerlingen werd getriggerd door het gegeven dat we in Nederland zo’n 130 miljoen kilo textiel per jaar weggooien. Ze verdiepen zich in de thematiek en besluiten dat ze zelf iets tegen deze verspilling willen gaan doen. Na verschillende ideeën de revue te hebben laten passe-ren, besluiten de leerlingen uiteindelijk om oude kleding te gaan hergebruiken. Ze gaan van afgedankte kleding tassen maken en verkopen. De leerlingen heb-ben in dit hele project de regie: zij maken keuzes, bepalen waarin ze verschil willen maken en welke initiatieven ze willen ontplooien om zo mee te bouwen aan een wereld zoals zij die graag zien. De leraar stelt uitnodigende vragen, faciliteert, reflecteert met de leerlingen en helpt om te komen tot passende, realiseerbare ideeën.
Er heerst een enorme bedrijvigheid die zich niet alleen richt op het maken van de tassen, maar ook op het voorbereiden van een modeshow waarin de tassen geshowd zullen worden. Als de tassen klaar zijn worden de ouders uitgenodigd en er wordt feestelijk afgesloten. De modeshow wordt het hoogtepunt van de afsluiting.
De leerlingen hebben niet alleen ervaren dat ze zelf kunnen bijdragen aan het realiseren van een betere wereld. Het project gaf ook aanleiding om met de leerlingen stil te staan bij de vraag hoe je wil zijn en wil handelen in relatie tot de ander en de wereld.
Judith Amels en Stella van der Wal-Maris
Judith is redacteur Basisschoolmanagement en opleidingscoördinator en senior onderzoeker bij Penta Nova. Stella is Lector Onderwijs & Sociaal Ondernemerschap
Dit artikel is eerder verschenen in Basisschoolmanagement, een onafhankelijke tijdschrift voor schoolleiders, directeuren en bestuurders in het primair onderwijs