Natuur als leukste vak op school
Analyse pilot
In de cursusjaren 2015/2016 en 2016/2017 werd door Duurzame PABO, IVN Veldwerk, ARK en Staatsbosbeheer met steun van WNF en PBCF een pilot uitgevoerd met drie pabo’s (en een groter aantal door hen uitgenodigde basisscholen) om tweemaal een natuurweek in een tot de verbeelding sprekend natuurgebied – in beheer bij de Landschappen, Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer – te organiseren. De pabo’s zijn: HZ, Marnix Academie en KPZ.
Na één ronde maken we de balans op:
- de pabo-studenten zijn – na aarzeling vooraf en aan het begin – enthousiast over de meerdaagse in de natuur met basisschoolleerlingen. Dat enthousiasme wordt veroorzaakt door het plezier en de betrokkenheid van de kinderen. De studenten zien en ervaren dat de leerlingen optimaal betrokken zijn bij de activiteiten. Ze beseffen dat met deze activiteiten bij de meeste leerlingen een hoger leerrendement kan worden bereikt dan op een doorsnee schooldag.
- Alle leerkrachten van de betrokken basisscholen zijn enthousiast en gemotiveerd om mee te blijven doen. Zij zien dezelfde reactie bij de leerlingen als de studenten (hierboven beschreven).
- De betrokken pabo’s hebben de activiteit (al na één editie!) opgenomen in hun curriculum; ze zijn overtuigd van het belang van deze activiteit. De tweede editie zal dit resultaat verder versterken.
- De aanwezige expertise op de pabo’s is groot en wordt nu al benut. Deze kan nog verder benut worden.
- De praktijk wijst uit dat de pabo’s een zetje nodig hebben en het daarna ook omarmen en opnemen in het curriculum van de school.
Opschaling
In de cursusjaren 2018/2019 en 2019/2020 schalen we ‘Natuur als leukste vak op school’ op naar 9 pabo’s in Nederland. Daarbij wordt de natuurweek telkens één keer gefaciliteerd door de projectgroep, daarna wordt de week zelfstandig voortgezet (opgenomen in het curriculum). Hierbij zal ook expliciet aandacht worden gegeven aan het dichtbij halen van de wereldnatuur ‘ver weg’. Bij alle natuurweken zal Natuurwijs actief betrokken zijn.
Kenmerken van de opschaling
- Borging in curriculum waarbij maatwerk in nauw overleg met de pabodocenten natuur en techniek, het uitganspunt vormt (op de ene pabo zit de natuurweek in de majorfase, op de andere in de minorfase).
- We zorgen voor vinger aan de pols in de komende jaren: door blijvende contacten nagaan hoe deze natuurweek geborgd blijft binnen het curriculum.
- Het projectteam zorgt bij iedere uitvoer voor aandacht aan ‘de vensters naar buiten’ en het werk van WNF: Waar vinden we vergelijkbare gebieden elders in de wereld? Hoe vergelijkbaar zijn de ecosystemen? Welke wilde dieren worden daar bedreigd? Voorbeeld: waar een vos een toppredator is in Nederland, is een cheetah dat in grote delen van Afrika. Of: als er haaieneieren in Saeftinghe worden gevonden, dan wordt niet alleen gekeken naar de ‘Nederlandse’ haaiensoorten, maar wordt er ook uitgezoomd naar andere haaiensoorten in gebieden ver weg en wat WNF daar voor doet.
- Het werk van WNF komt uitgebreid aan de orde tijdens minimaal één avondprogramma en de diverse doelgroepen wordt handelingsperspectief geboden (je kunt lid worden, participeren binnen acties, spreekbeurten houden, etc).
- Het projectteam vervult tevens een makelaarsfunctie: betrekken NME centra, IVN- en WNF-vrijwilligers, etc.
- Bovengenoemde kenmerken worden gemonitord en gemeten: wat zijn de effecten van de natuurweken? (borging in curriculum, activiteiten vanuit de deelnemers met / voor de partnerorganisaties)
- Tenslotte wordt er een nationale bijeenkomst georganiseerd door alle partners onder leiding van Duurzame PABO.
Aan Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Provinciale Landschappen en Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren is gevraagd om een (in kind) deelname: bijdrage aan het budget en/of open stellen gebieden en/of beschikbaar stellen van kennis (via de terreinbeheerders) en/of beschikbaar stellen van accommodatie. Allen geven hier positief gehoor aan. Ook Duurzame PABO, Natuurwijs en IVN dragen substantieel bij.