Erwin Groenenberg: ‘’Op een gegeven moment overtuigen studenten hun mentoren om aan de slag te gaan met buitenles!’’

Elk bestuurslid van Duurzame PABO heeft eigen expertise en motivatie om aan Duurzame PABO te werken. Erwin Groenenberg is projectleider wereldwijsheid op Thomas More Hogeschool in Rotterdam. Hoe kijkt hij naar het motiveren van studenten om met duurzaamheid aan de slag te gaan? Wat hoopt hij voor Duurzame PABO voor de toekomst?

Hoe ziet de visie van Thomas More op duurzaamheid eruit?

“Duurzaamheid kan tegenwoordig nogal een vage en lege term lijken. Bovendien zijn er heel veel thema’s binnen duurzaamheid. Wij gebruiken duurzaamheid dus niet als term, maar ons doel is dat leerlingen weten hoe ze omgaan met zichzelf, de ander, de omgeving en de technologie. Wij leiden leerkrachten op die het moeilijke gesprek aan durven te gaan. Dat kan zijn door ecologische rampen in de klas bespreekbaar te maken, maar ook de situatie in Gaza. In Rotterdam waar Thomas More is gevestigd is veel culturele diversiteit in de klas. Wij leren de leraren hoe ze daarmee om gaan, en dat als kracht te zien.”

Kan je een voorbeeld geven van hoe dat er concreet uitziet?

“In het eerste jaar starten wij met het introductieproject waarin studenten hun eigen onderwijs object maken op basis van de SDG’s. We hebben een eigen tuin om de school heen, dat heet ons buitenlab, daar geven de studenten les. In het eerste jaar gaan ze aan de slag met de planten, in het tweede jaar komen er leerlingen naar de tuin die de studenten dan les gaan geven. Ook bieden we vakverdieping over buitenonderwijs.

Maar we geven bijvoorbeeld ook art science, waarbij de studenten leren van herbruikbaar materiaal kunst te maken op basis van de duurzaamheidsdoelen. Zo gaan ze aan de hand van kunst en wetenschap een duurzaam kunstwerk maken. We bieden dus verschillende dingen aan waar de student vaak zelf de keuze heeft op welke manier duurzaamheid wordt ingestoken.”

In hoeverre is die keuze voor de student hoe die zelf naar duurzaamheid kijkt, belangrijk voor jullie?

“Enorm! Er is maar beperkte tijd en duurzaamheid is groot en divers. Daarom kunnen studenten zelf kiezen hoe ze ermee aan de slag gaan, dat is goed voor hun ontwikkeling en maakt het ook leuker voor hen. Je wil niet dat ze denken, ‘goh, daar komen ze weer met duurzaamheid’… We organiseren vaak een uitwisseling naar Engeland rondom buitenonderwijs, en daar komen de studenten echt terug als andere leerkrachten. Ze worden eigenzinniger, vinden hoe eenvoudig het is om buiten les te geven en wat voor meerwaarde het voor de leerlingen heeft. Op een gegeven moment zijn ze zo enthousiast dat ze hun mentoren weten te overtuigen terwijl ze eerst wat terughoudend waren. Dat is super om te zien.”

Wat is jouw rol als projectleider leerteam wereldwijsheid?

“We werken met vier opleidingslijnen: Onderzoekend handelen, pedagogisch handelen, onderzoekend ontwerpen en wereldwijsheid. Wereldwijsheid sluit aan op de drieslag vanuit de theorieën van Gert Biesta. Hier zitten de SDG’s ook in.

Een Duurzame PABO project wat ik heel waardevol heb ervaren, is ‘Natuur als leukste vak’. Naar buiten met leerlingen wordt als best eng ervaren. Binnen dit project gingen we met onze studenten en een meer begaafde klas en SBO-klas de Biesbosch in. Om onze studenten te laten zien en ervaren wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen de twee verschillende groepen leerlingen. Je gebruikt de omgeving om hen te laten zien wat de meerwaarde is van buitenlessen en dit is voor veel studenten een echte eyeopener. Bovendien zagen de SBO begeleiders ook dat buitenonderwijs de leerlingen veel kan bieden: Normaal hadden leerlingen snel ruzie, terwijl in de buitenles er veel socialer met elkaar werd omgegaan!”

Werken jullie samen met het lokale NDE-centrum? En zo ja, op welke manier?

“Ja, ik werk samen met Natuurstad Rotterdam. Ik train ze over onderzoeken en ontwerpend leren, zodat hun activiteiten daarop aansluiten. Ook helpen we hen in het ontwerpen van leskisten die zij vervolgens aanbieden en geven aan de scholen. Zij zijn vrij in het denken in hun werkvormen wat ruimte biedt. Met alle pabogroepen naar een NDE-centrum gaan is lastig vanwege de volle roosters, maar met vakverdiepers of minorstudenten lukt dit wel. Op deze manier kunnen we samen optrekken en leren onze studenten van de NDE-ers en omgekeerd.”

Kan je een voorbeeld geven van waarom het uitwisselen met andere pabo’s waardevol is? Hoe doe jij dit zelf?

“We wisselen zeker info en uit, maar rondom duurzaamheid is dat soms best lastig. Want we doen allemaal ons eigen ding binnen de kennisbasis en we zitten allemaal in een onderwijssysteem met eigen missie, visie en vakken. We zijn allemaal gepassioneerd, maar iedereen heeft een eigen context waardoor de duurzame voorbeelden van anderen ook niet altijd direct toepasbaar zijn voor andere pabo’s. Maar je kan natuurlijk nooit genoeg inspiratie krijgen van anderen!

Ik hoop dat er binnen het netwerk meer pabo’s het gesprek aangaan over hoe we van elkaar kunnen leren. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd hoe andere pabo’s de WSA toepassen, of als instelling verduurzamen op gebied van bijvoorbeeld energie of voedsel.

Ik kijk er ook naar uit dat pabo’s meer mee gaan werken binnen de Duurzame PABO projecten. Op die manier zijn de resultaten van die projecten ook direct toepasbaar binnen ons eigen werk als pabo’s. Ik hoop dat meer pabo’s daarmee aan de slag gaan!”

Wat hoop jij vanuit jouw achtergrond bij te kunnen dragen als bestuurder van Duurzame PABO?

“Ik kan niet aangeven hoe belangrijk het is dat kinderen weten hoe ze om gaan met vragen en uitdagingen die op hun pad komen. Ik vind het belangrijk dat ze hoop hebben. Alle steentjes dragen bij. Hoe zichtbaarder Duurzame PABO kan zijn, hoe meer er uitwisseling er is, hoe geïnspireerder je raakt als pabodocent om er mee aan de slag te gaan.”

Deel dit nieuwsbericht:

Laatste nieuws