Deense kinderen spelen buiten met SDG’s en keuzevrijheid
Afgelopen week was André de Hamer (Duurzame PABO) namens Nederland (dank aan Nuffic!) op het Erasmus+ Education for Sustainable Development-seminar in Odense, Denemarken. In drie dagen werd André overspoeld door de Deense vrijheid die kleuters daar krijgen bij het onderwijs dat een en al duurzaamheid ademt. Zijn verslag.
Maandag een dagje trein (voornamelijk ICE). Vroeg in de ochtend vertrokken om rond 22.00 uur te arriveren in Odense. Op dinsdag waren er veel presentaties van Deense voorbeeldprojecten (voortgezet onderwijs) waarvan het ene project sterker was dan het andere. Verder veel tips over hoe Erasmus+ aan te vragen door het Deense National Agency en veel momenten om kennis te maken met andere deelnemers. Oost-Europa is hier erg sterk vertegenwoordigd waarbij de Tsjechen zich naar mijn idee het meest positief onderscheiden. Ik heb sterk de indruk dat we in Nederland bepaald niet achterlopen wat betreft ESD…
Woensdag was een zeer inspirerende dag. ‘Hier hadden meer ESD-collegae uit Nederland bij moeten zijn’, bedacht ik me meerdere keren. We begonnen de dag met een uurtje in de bus naar Strib, een dorp aan de uiterste westpunt van Funen (vlakbij de brug naar het vasteland). In Strib bezochten we een kleuterschool. In Denemarken hebben ze zeer wijselijk vastgehouden aan kleuterscholen los van het basisonderwijs. Spelen, spelen, spelen. Voor alle kinderen van 3 tot 6 jaar oud.
Alle ruimte voor duurzaam leren
Kinderen mogen zelf met ideeën voor de dag komen. Bijvoorbeeld naar zee gaan, timmeren en insecten vangen. Spelenderwijs wordt onderhand geleerd hoe je bijvoorbeeld eten moet klaarmaken. Er is een groep die een week lang alle activiteiten buiten heeft. Deze groep wisselt na een week met de groep die die week binnen is geweest. En dat gaat het hele jaar zo door.
Over buitenonderwijs gesproken… Nature, science, sustainability zijn de 3 hoofdthema’s op deze kleuterschool. In een ‘normale’ Deense setting zijn er 8 à 9 kinderen per begeleider. Hier 4 à 5 kinderen per begeleider, want dit is een privékleuterschool met een ouderlijke bijdrage van 350 euro per maand. Strib is niet arm…
Sustainability-focus is hier natuur en techniek. Hoe kun je goed voor de aarde zorgen? Er is geen vast curriculum. Kinderen kunnen veel zelf bepalen. De begeleiders hebben alle ruimte om de thema’s in te vullen. Bij openbare kleuterscholen is er sprake van een meer centraal vastgesteld curriculum.
We krijgen een prachtig voorbeeld te zien van moestuinieren. Dit is onderdeel van het Erasmus+-duurzaamheidsproject voor kleuterscholen waaraan deze school deelneemt, samen met kleuterscholen uit o.a. Polen en Spanje. De groepen zijn hier gemixt in de leeftijd van 3 tot 6 jaar: “Dan leer je van elkaar”. Ouders zijn zeer betrokken, doen dingen samen en voeren die ook uit met de kinderen.
SDG’s verplichte kost
Wat zeer indrukwekkend is: er is een directe koppeling van alle activiteiten met de SDG’s. De begeleiding móet dit doen. Het helpt de begeleiders (er wordt hier heel bewust niet gesproken over leerkrachten) om te leren van anderen uit andere landen. Het duurzaamheidsproject werkt als aanjager, katalysator. De focus op de SDG’s blijft ook na het project.
Na de kleuterschool gingen we met de bus naar het gemeentehuis in het nabijgelegen Middelfart. Ik heb nooit eerder een gemeente gezien waar duurzaamheid zo centraal staat. De ‘Whole Community Approach towards Sustainability’ zou je het kunnen noemen. Oftewel, de GreenComp in de praktijk. Wat een feest: ik ga denk ik thuis maar eens voorstellen om naar Middelfart te verhuizen…
Duurzaamheid en ESD
Donderdag was de laatste dag van het seminar. We kregen een boeiende lezing van post-doc Martin Hauberg-Lund Laugesen: Bright and Bold Children: How ESD shapes Action Competent Citizens. Altijd nuttig (en nodig) ging Laugesen eerst in op wat we verstaan onder duurzaamheid (Brundtland kwam uiteraard aan bod maar ook de aanscherpingen door met name UNESCO).
Daarna (minstens zo nuttig) over wat we dan wel onder ESD verstaan. Met drie verschillende benaderingen: (1) leren over duurzame ontwikkeling (nadruk op kennis), (2) leren voor duurzame ontwikkeling (nadruk op gedrag en gewoonten) en (3) leren als duurzame ontwikkeling (nadruk op het leren van kritisch nadenken, samen zaken aanpakken en zelfredzaamheid). In de resterende tijd werd in een workshopachtige setting geconcludeerd dat de laatstgenoemde benadering het meest duurzaam zal zijn, maar dat kennis, vaardigheden en houding daarbij altijd relevant blijven.
ESD en Whole School Approach
Ik mocht de ESD-competenties wat verder toelichten en kreeg bijval toen ik aangaf dat het niet toevallig is dat systeemdenken de eerste ESD-competentie is. Leuk was om te zien dat ook alle docenten (uit primair en voortgezet onderwijs) zich hier in konden vinden, evenals Laugesen. Ik heb verder de lat voor onszelf hoog gelegd door aan te geven dat er eind van dit kalenderjaar een begin mag worden verwacht van de WSA-toolkit. Laugesen gaf hiervoor de perfecte voorzet door de Whole School Approach als belangrijke pijler van ESD te benoemen. Eenvoudig voor mij om vervolgens de bal in te koppen. Hier gaan naar mijn idee mooie nieuwe internationale projecten en coalities uit voortkomen!